Ik heb besloten om een extra dag in St. Jean te blijven. Ik ben altijd een beetje ontwricht van de reis, dus het lijkt mij een goed plan om eerst maar eens te landen.
In de vroege ochtend ga ik op pad om het stadje te verkennen. Het is fris en de omringende bergen zijn nog in een diepe nevel gehuld. Ik haal een “chocolatine” – een chocoladebroodje – bij de boulanger. Ik maak een stadswandeling richting de citadel, bezoek het kerkje en besluit mijn broodje te eten op een mooi plekje bij de rivier. Langzaam ontwaakt het stadje.
In de loop van de ochtend trekken de wolken op en zie ik de eerste bergtoppen verschijnen.
Ik hang een beetje rond en ontmoet andere pelgrims. Pas in de middag keer ik terug naar mijn hostel en raak daar in gesprek met een Nederlandse vrijwilliger. Zij vertelt mij over de traditie van het steentje. Volgens de traditie van de camino draagt elke pelgrim een steentje bij zich, dat symbool staat voor de lasten die je meeneemt op jouw pad. Wanneer je er aan toe bent om de symbolische last los te laten, leg je het steentje neer. De meeste pelgrims dragen de last mee tot Cruz de Ferro, één van de hoogtepunten van de camino.
Ik vertel haar dat ik geen steentje bij me heb. Ze kijkt me verbaasd aan en pakt een mand die gevuld is met diverse stenen. Ze kiest een klein wit steentje voor me uit en overhandigt deze.
Ik stop het steentje zorgvuldig weg in mijn rugzak. Ik heb nog geen idee waarvoor het staat, maar ik weet zeker dat de camino me dat gaat vertellen.
St. Jean-pied-de-Port