Een nieuwe dag op de meseta.
De hoogvlakte lijkt op het eerste gezicht vlak, maar af en toe kom ik pittige heuvels tegen. De wegen zijn soms eindeloos lang en na elke heuvel vraag ik me af of het volgende dorp al in zicht is.
Op de camino heb ik geleerd dat je alles aanpakt wat je wordt aangereikt, zeker wanneer het gaat om eten of drinken.
Dorpen liggen soms kilometers ver uit elkaar en veel bars of restaurants zijn in deze tijd van het jaar gesloten.
“Denk nooit, ik wacht tot ik iets beters tegenkom” is één van de wijze lessen die ik mee kreeg op de camino. Je weet namelijk nooit óf je nog iets tegenkomt.
Ik ben daarom altijd blij wanneer ik na veel kilometers weer een dorpje en een terras zie. Het is een mooi moment om te pauzeren, bij te praten met andere pelgrims én mijn knorrende maag te sussen.
Vandaag liep ik door een schattig dorpje, dronk de café-con-leche die ik me elke dag gun en daarna heb ik een tijdje in de plaatselijke kerk gezeten om de sfeer en energie te ervaren.
Opgeladen vervolg ik mijn pad.
Na een tijd zie ik een oude toren langs het paadje waar ik loop. Ik doe mijn rugzak af, leg mijn wandelstokken neer en wil omhoog klimmen voor een goede foto.
De foto blijkt een hoop gedoe, maar wanneer ik omdraai om mijn spullen op te pakken, voel ik dat ik helemaal niet weg wil. Ik ga zitten aan de rand van het pad en kijk rustig rond.
Er is niemand in de wijde omgeving.
Het waait een beetje, in het dal vallen bladeren van bomen. Ik zie roofvogels boven me rondcirkelen op de thermiek. Ik ruik de stoffige grond en bekijk de stenen op het pad.
Een moment ben ik één met de omgeving.
Totdat de gedachte opkomt dat ik volledig in het moment ben.
Ik moet lachen om mezelf.
De gedachte dat ik aanwezig ben, is natuurlijk alweer een afleiding.
Ik probeer het moment terug te pakken en focus op de omgeving.
Dan komt mijn wandelmaatje Carl onverwachts de bocht om lopen en is verbaasd om mij hier te zien zitten. Hij twijfelt of hij moet doorlopen. Maar mijn moment was al voorbij.
Panta Rhei…
We delen onze ervaringen.
Ik pak mijn rugzak op en samen lopen we verder.