Mijn eerste camino eindigde in Santiago. Een prachtige innerlijke reis die begon met mijn eerste onzekere stappen aan de voet van de Pyreneeen en die me 800 kilometer lang meenam langs vele levenslessen.
“De camino gaat je veranderen” is mij vaak verteld. En dat is waar. Ik ben veranderd en sindsdien is er veel moois op mijn pad gekomen.
Tijdens mijn camino ontdekte ik dat het pad niet persé eindigt in Santiago, maar dat je nog verder door kunt lopen. Het pad gaat verder westwaards richting de Atlantische kust en eindigt in Finisterre. Ofwel “Finis Terrae” – zoals de Romeinen het punt ooit noemden – “einde van de wereld”. Het punt waar het vaste land eindigt en de oceaan begint.
Al wandelend ontmoette ik pelgrims die van plan waren om naar Finisterre te lopen en hun verhalen over het spectaculaire einde van het pad deden me soms twijfelen. Toch heb ik mijn eindpunt tot het laatste moment open gehouden. Maar hoe dichter ik bij Santiago kwam, hoe duidelijker het werd dat dit mijn eindpunt moest zijn. Het was tijd om huiswaarts te keren. En ik wist dat ik nog eens zou terugkeren voor het laatste stuk naar Finisterre.
De afgelopen maanden ben ik blijven lopen. Regelmatig kwam ik op de gekste plekken een camino-teken tegen en daardoor bleef de camino lonken. Een half jaar later, eerder dan gedacht, vind ik het tijd om mijn camino uit te lopen. En ik vind het weer net zo spannend als de eerste keer!
Santiago de Compostela - Finisterre, 100 km