Vanuit Sarria doen veel groepen Spanjaarden een georganiseerde camino en lopen alleen de laatste 115 km naar Santiago. Meestal wordt de bagage vervoerd van albergue naar albergue.
Wanneer ik in de ochtend de albergue verlaat, zie ik koffers staan in de hal. Ik merk dat ik daar een mening over heb.
Ik neem mijn rugzak samen met mijn gedachten mee naar buiten en herinner mezelf aan mijn intentie; openheid en vriendelijkheid. Iedereen loopt zijn eigen camino.
Het is nog vroeg en Sarria is aan het ontwaken. Moeders brengen kinderen naar school en auto’s rijden gehaast door de kleine straten. Ik zie geirriteerde bestuurders wanneer pelgrims de straat oversteken zonder uit te kijken.
Het pad gaat steil de stad uit en zowel vóór mij als achter mij zie ik grote groepen lopen.
Ik zucht, zoveel drukte ben ik niet meer gewend.
Al lopend valt mij op dat de sfeer anders is. De pelgrims die ik de afgelopen weken ontmoette, hebben vele kilometers afgelegd en veel meegemaakt. De meesten hebben een innerlijke reis gemaakt en stralen kalmte uit. Vandaag zie ik enthousiaste wandelaars die vol energie de camino betreden en de dagelijkse drukte nog met zich meedragen.
Ik bekijk de kleding en de schoenen van degenen die ik passeer. De schoenen zijn schoon en de kleding ziet er nog fris uit. Ik glimlach. Zo begon ik ook, weken geleden.
Ook de omgeving is veranderd. Het gebied is erg groen en bosrijk. Ik loop door lange bomenlanen, over stenen bruggen en door sluisachtige paden langs eeuwenoude muren. In de verte zie ik weides met koeien. Het pad verandert contjnue. Dan weer steil omhoog en vervolgens via glibberige rotspaden omlaag. Wanneer ik een klein kerkje in wil, zie ik dat er al mensen binnen zijn. Met veel lawaai bekijken ze de briefjes en foto’s die zijn neergelegd door eerdere pelgrims. Er klinkt muziek uit een Iphone. Ik voel irritatie opkomen en neem afstand om het tafereel te bekijken. Dan besluit ik om simpelweg te wachten tot het groepje doorloopt en de stilte terugkeert.
Ik mis de rust op de camino. Soms kwam ik urenlang niemand tegen. De stilte zorgde ervoor dat ik steeds dieper naar binnen kon keren en mijzelf laagje voor laagje kon ontdekken. De liefde die ik daar vond, is er nog steeds. Maar in de drukte is het moeilijker om erbij te blijven. Ik besef dat hier misschien wel mijn grootste lessen liggen. Met nog maar 100 km te gaan, bereid de camino me alvast voor op het dagelijkse leven.
Wanneer ik na veel kilometers aankom in Portomarin, ontdek ik een pittig steile trap omhoog, die uitkomt bij de stadspoort. Om bij het centrum van de stad en mijn volgende albergue te komen, zal ik toch echt de trap op moeten. Ik zie de vergelijking. Het laatste deel gaat niet vanzelf.
- Dag 41: Sarria – Portomarin, 22 km